Holland

In de signatuuropdracht maken de bakkers Hollandse koffiebroodjes. Na al die taart is een broodje bakken wel even andere koek, want dat betekent gist, kneden, rijzen, vouwen, vlechten en draaien. Wie bakt het perfecte koffiebroodje dat lekker zoet, goed gevuld en nét gaar genoeg is? Wie zorgt ervoor dat de juryleden hem zó lekker vinden dat ze hem zonder schuldgevoel helemaal opeten?

Na de signatuuropdracht moet er ruimte worden gemaakt in de tent, want de bakkers gaan 210 Hollandse koekjes bakken in de technische opdracht. Alsof het niks is. Ze gebruiken 1 recept voor 3 verschillende koekjes. Klinkt eenvoudig, is het niet. Want ze moeten veel handelingen uitvoeren in weinig tijd. Smeren, rollen, spuiten en chocolade tableren. Krijgen ze alle koekjes af binnen de tijd?

Voor het spektakelstuk maken de bakkers een taart van streeklekkernijen. Dat vergt veel creativiteit, want de steekproducten moeten herkenbaar blijven in uiterlijk en smaak, maar ze moeten wel worden omgetoverd tot een spektakel. De bakkers gaan terug naar hun roots en halen alles uit de kast. De bakkers krijgen 3 uren de tijd, dus Janny, Robèrt en André vermaken zich ondertussen met oud-Hollandse spellen.

Na een Heel Hollands Weekend wordt er opnieuw een Meesterbakker gekozen en helaas moet er ook weer een fijne bakker de tent verlaten.