Voorbereiding

Suikersiroop

• Doe water, suiker en likeur in een pannetje en kook op laag vuur tot een suikersiroop van 121°C.
• Zet aan de kant tot gebruik.

Biscuits voor vuurtoren

• Klop eieren, suiker en vanillesuiker tot een luchtige massa. Voeg eventueel rode kleurstof toe om de cake van binnen rood te kleuren.
• Zeeg de droge ingrediënten door elkaar in een mengkom en klop deze vervolgens op lage stand door het eimengsel.
• Verdeel het beslag in drie delen: 1 deel van 210 gram, 1 deel van 150 gram en 1 deel van 70 gram.
• Schenk het grootste beslag in het grootste bakblik, het beslag van 150 gram in het middelste bakblik en het lichtste beslag in het kleinste bakblik.
• Zet in de oven en bak in ongeveer 20 minuten gaar.

Rode ganache

• Verwarm de room.
• Doe chocolade in een schaal en giet de warme room er bij. Laat even staan zodat de chocolade begint te smelten. Roer dan goed door tot een gladde massa.
• Breng op kleur met rode kleurstof.

Biscuit voor huisje

• Klop eieren, suiker en vanillesuiker tot een luchtige massa.
• Zeeg de droge ingrediënten door elkaar in een mengkom en klop deze vervolgens op lage stand door het eimengsel.
• Schenk het beslag in de vierkante springvorm.
• Zet in de oven en bak in ongeveer 20 minuten gaar.

Deeg voor koekhuisje

• Doe alle ingrediënten in een kom (gebruik 2/3 van het ei) en meng tot een mooi deeg.
• Laat 30 minuten rusten in de koelkast.
• Rol het deeg uit tot een dunne plak van een 0,5 centimeter en laat op een bakpapiertje weer koud worden in de koelkast.
• Zodra de deegplak mooi stevig is, leg de mallen op het deeg en snijd met een scherp mes alle onderdelen uit. Druk ook een ring met een diameter van 10-12 centimeter uit voor de top van de vuurtoren.
• Verwijder het overtollige deeg en bak in 12 tot 15 minuten in de hete oven.
• Haal uit de oven en laat afkoelen.

Glazuur

• Klop de eiwitten stijf en voeg hier beetje bij beetje de poedersuiker aan toe. Blijf kloppen totdat het dik is en stijve pieken vormt die heel  langzaam weer opgaan in de massa.
• Doe het glazuur in een spuitzakje.
• Spuit als de koekgevels afgekoeld zijn de omtrek met glazuur. Kleur de gevels in met het glazuur. Gebruik evt een stokje om het glazuur goed te verdelen. Laat het glazuur goed hard worden.
• Maak van de oranje rolfondant kleine dakpannen en plak deze op de 2 dakdelen van het koekhuisje.
• Verhoog de oventemperatuur naar 180°C.

Botercrème

• Breng suiker en water in een steelpan met dikke bodem aan de kook en verwarm het tot 121°C.
• Veeg met een nat kwastje eventuele suikerkristallen aan de rand van de pan weg.
• Klop 2,5 eidooiers lobbig en lichtgeel.
• Schenk al kloppend de suikerstroop bij de eidooiers. Blijf goed kloppen tot het afgekoeld is tot kamertemperatuur.
• Voeg vervolgens al kloppend de boter beetje bij beetje toe en blijf kloppen tot een zeer luchtige botercrème
• Voeg aardbeienlikeur toe, eventueel meer naar smaak.

Botercrème met banketbakkersroom

• Snijd het vanillestokje open en schraap het merg er uit.
• Breng melk met vanillemerg en -stokje aan de kook.
• Klop eidooiers, suiker en maïzena tot een glad papje.
• Giet hete melk bij het eidooiermengsel, roer goed en schenk alles terug in de pan.
• Laat indikken tot een dikke vla en roer de vanille-extract erdoor.
• Weeg 430 gram warme banketbakkersroom af en doe samen met kristalsuiker in de kom van de keukenmachine. Klop op middelhoge stand tot het dezelfde temperatuur heeft als de boter.
• Voeg boter toe en blijf kloppen tot een luchtige massa.

Zandkoekjes

• Doe alle ingrediënten in de kom van de keukenmachine en draai tot een soepel deeg.
• Maak hier 2 rollen van, rol door het kristalsuiker, verpak in plastic folie en leg 30 minuten in de koelkast.
• Snijd de rollen in plakjes van 1 centimeter, leg op een beklede bakplaat en bak in 20 minuten gaar.
• Laat afkoelen en verkruimel ten slotte tot zand.

Samenstellen

• Leg de afgekoelde biscuit voor het koekhuisje op de werkbank en snijd 3 plakken uit.
• Trempeer de lagen met aardbeien-suikersiroop.
• Leg een biscuit op de werkbank, smeer daar een laag botercrème met banketbakkesroom op, bedek met plakjes aardbei en dek af met een tweede laag biscuit. Bouw zo de taart op.
• Smeer af met de aardbeienbotercrème en plaats de gevels van het koekhuisje om het aardbeientaartje heen. Plak de gevels en het dak aan elkaar met wat isomalt.
• Maak een mal van rolfondant om het glaswerk in te gieten.
• Leg de mal in de vriezer.
• Smelt isomalt.
• Haal de mal uit de vriezer en vul met isomalt. Laat afkoelen, maar wacht niet te lang met vormen van het ronde glaswerk. Als de isomalt is uitgehard, zal het breken. Gebruik handschoentjes om je handen niet te verbranden.
• Snijd de biscuits voor de vuurtoren in drieën; door de 3 bakvormen krijg je 3 verschillende diktes.
• Trempeer de biscuitringen met aardbeien-suikersiroop.
• Leg de grootste ring op de werkbank, smeer hier een laag witte aardbeienbotercrème op en dek af met de volgende biscuitring. Bouw zo de vuurtoren op. Begin met de ringen met de grootste diameter en eindig met de smalste.
• Laat de toren opstijven in de koelkast. Smeer tenslotte af met de rode ganache. Doe dit meerdere keren voor een strakker resultaat. Laat de toren tussendoor elke keer goed hard worden.
• Laat opstijven in de koelkast.
• Plaats de ronde koekcirkel boven op de vuurtoren en decoreer met isomaltraamwerk.
• Rol zwarte rolfondant uit en decoreer de vuurtoren hiermee.
• Zet de vuurtoren op een schaal, zet het huisje ernaast en strooi het zand er omheen.