Voorbereidingen
- Week de gelatine in koud water.
Bakgereedschap
keukenmachine met toebehoren
1 blendertje/ staafmixer
1 garde
2 bakplaten (37 x 31 centimeter)
1 ‘boulle’ – bolvormige bakvorm (Ø 20 centimeter)
1 taartrooster
bakpapier
plastic folie
bakspray
2 spuitzakken (2 liter)
1 kleine spuitzak (500 ml)
1 spuitmond rond (Ø 0,5 centimeter)
1 spuitmond rond (Ø 1,5 centimeter)
1 steekring (Ø 18 centimeter)
1 citroenpers
1 suikerthermometer
1 kwastje
Witte chocolade lavendelmousse
- Breng een kwart van de slagroom met de lavendelbloempjes tegen de kook aan – zet het vuur uit en laat het mengsel trekken (ca. 30 minuten).
- Klop de eiwitten stijf met suiker, doe ze in een kom.
- Klop de rest van de slagroom stijf.
- Verwarm de lavendelroom nogmaals, giet deze door een zeef over de witte chocolade. Smelt de chocolade al roerend en los de gelatine hierin op. Laat afkoelen, ‘au bain-froid’ (zet de kom op een andere kom gevuld met ijskoud water of ijsblokjes).
- Als de chocoladeroom handwarm is: spatel de stijve slagroom erdoor. Doe dat ook met de eiwitten.
- Schep de massa in een spuitzak, laat die in koeling opstijven.
Crémeux van bosbessen
- Breng de bosbessen, de suiker en het citroensap aan de kook – laat twee minuten doorkoken. Zet het vuur uit, pureer en zeef het geheel.
- Klop de zes eidooiers in een kom los.
- Voeg hier in een dun straaltje de puree bij – blijf kloppen om stolling van het ei te voorkomen.
- Voeg roomboter toe, smelt deze. Voeg de geweekte gelatine toe, los deze op.
- Zet het mengsel op het vuur, breng het naar 85 graden. Verwarm het ongeveer drie minuten tot dik en romig wordt.
- Leg de steekring op een plaat bekleed met bakpapier.
- Giet het uit in steekring met een doorsnede van 18 centimeter. Zet het geheel in vriezer om op te stijven.
- Houd 50 milliliter crémeux apart voor de decoratie.
Jaconde biscuit
- Verwarm de oven voor op 200 graden (elektrische oven-stand).
- Sla de eiwitten stijf met suiker, doe deze in een aparte kom.
- Sla de eieren fluf-schuimig.
- Voeg op zachte stand de bloem, de amandelen en de boter toe.
- Spatel dit mengsel door de eiwitten – let op dat de lucht erin blijft.
- Stort het biscuit uit op twee bakplaten (37 x 31 centimeter) bekleed met bakpapier. Strijk het biscuit glad.
- Bak de biscuits 5 à 6 minuten op 200 graden.
- Leg tweemaal een nieuw bakpapier op de werkbank en stort de warme biscuits hier ondersteboven op. Trek zachtjes het bakpapier eraf.
- Trempeer de biscuits royaal.
Honing-trempeer
- Smelt de honing met het water samen in een pannetje.
- Trempeer de biscuits als ze uit de oven komen. Dek deze af tot gebruik.
Meringuestaafjes
- Verwarm de oven voor op 125 graden (elektrische oven-stand)
- Klop de eiwitten stijf met de suiker en het zout.
- Doe de eiwitten in een spuitzak met spuitmondje (doorsnede 0,5 centimeter).
- Spuit lange staven op het bakpapier.
- Bak deze staven op 125 graden (15 minuten).
- Laat ze afkoelen/ uitharden.
Witte chocolade ganache
- Verwarm de slagroom tegen het kookpunt aan. Zet het vuur uit.
- Smelt de callets in de slagroom – laat de ganache staan tot gebruik (beetje laten afkoelen).
Lavendelschotsen
- Leg bakpapier klaar – strooi hierop de lavendel bloempjes uit.
- Breng de suiker met het water aan de kook in pannetje, laat de temperatuur oplopen tot zo’n 150 graden. Voordat de siroop verkleurt: zet het vuur uit. Giet de siroop uit over de lavendelbloempjes.
- Laat de siroop afkoelen en hard worden.
Bosbessencrémeux-decoratie
- Gebruik de 50 milliliter achtergehouden crémeux.
- Als deze stijf geworden is: warm kort op en giet deze in een kleine spuitzak.
- Druppel straks de crémeux langs de bovenkant over het gebak.
Samenstellingen en garnering
- Drapeer plasticfolie in de vorm (doorsnede 20 centimeter).
- Leg één van de biscuits in de bolvorm– snijd het overtollige biscuit weg.
- Vul een derde van de vorm met de mousse.
- Snijd een rond stuk biscuit, passend op de mousselaag – leg deze erop.
- Vul hierop met een mooie laag opgesteven crémeux (doorsnede 18 centimeter).
- Snijd een rond stuk biscuit passend op de crémeuxlaag, leg deze erop.
- Vul met laagje mousse.
- Leg hierop als laatste weer biscuit (doorsnede 20 centimeter).
- Zet de taart in de vriezer – laat hem goed opstijven.
- Snijd de meringuestaafjes in stukjes (1,5 centimeter).
- Breek de lavendelschotsjes in stukken (van zo’n 3 x 3 centimeter).
- Haal de taart uit de vriezer en plaats deze op een taartrooster.
- Giet de ganache erover uit.
- Zet de taart even in de vriezer – laat de ganache harder worden.
- Zet de taart op een taartschaal en leg de verse bosbessen rond de onderkant, en in een kring op de bovenkant taart.
- Druppel hier en daar wat crémeux, zodat die van de taart afdruipt.
- Steek de schotsjes onder in de taart.
- Plaats de meringuestaafjes als een nestje in de bovenste kring bosbessen.
Reageren
Je kunt op dit moment niet reageren.