Bakgereedschap
- Bolvormen ø 16 centimeter (4x)
- Bakpan ø 15 centimeter (2x)
- Kwastjes
- Ronde uitsteker van ø 4 centimeter
- Acetaatfolie
- Liniaal
- Meloenbolletjeslepel
- Keukenmachine met toebehoren
- Staafmixer
- Spuitzakken
- Paletmes
- Thermometer
- Kartelmes
- Rooster
- Bakplaat
Voorbereiding
- Week de gelatine in koud water.
- Verwarm de oven voor op 180 graden.
- Vet de bolvorm(en) en de bakpan(nen) in met boter en leg een stukje bakpapier op de bodem (ook invetten). Strooi bloem in de vormen.
Cake
- Klop de roomboter met de suiker, zout en vanille-extract romig en wit.
- Voeg de eieren één voor één toe en zorg dat ieder ei eerst goed opgenomen is.
- Meng de kleurstof door de karnemelk tot een mooie rode kleur.
- Zeef de bloem, maizena, cacao en bakpoeder in een kom.
- Voeg om en om een beetje van het bloemmengsel en een beetje van de karnemelk toe aan het beslag. Begin en eindig met het bloemmengsel.
- Klop rustig door en stop als alles gemengd is.
- Doe het beslag in een spuitzak en spuit de bakpan voor de helft vol.
- Vul de bolvorm(en) met 450 gram beslag.
- Verdeel in elke bolvorm en in de bakpan 10 amarenakersen in een ring in het beslag.
- Bak de bakpan 25-30 minuten.
- Bak de bolvormen 30-35 minuten.
- Laat de cakes 5 minuten in de vorm afkoelen, stort ze daarna op een rooster en laat verder afkoelen.
Spiegelglazuur
- Verwarm de suiker, glucose en water tot 103 graden.
- Doe de chocolade, gecondenseerde melk en uitgeknepen gelatine in een kom.
- Giet het warme suikermengsel erover, roer door en maak glad met de staafmixer.
- Doe 2/3e deel in een maatbeker en kleur rood.
- Doe 1/3e in een maatbeker en maak donkerder rood.
- Laat beide spiegels afkoelen tot 30 – 35 graden.
Kersengelei
- Verwarm en pureer de kersen met een staafmixer.
- Meng de citroensap met de agar agar.
- Breng samen met de suiker en de kersenpuree aan de kook.
- Laat afkoelen tot de massa dikker wordt en mix het met de staafmixer glad.
Trempeersiroop
- Breng water aan de kook en los de suiker hierin op.
- Haal de pan van het vuur en voeg de kersenlikeur toe.
- Zet koel tot gebruik.
Botercrème
- Klop de eieren romig en wit.
- Breng de suiker met het water aan de kook tot 116 graden.
- Giet langzaam, terwijl je langzaam door blijft kloppen, bij de opgeklopte eieren.
- Klop tot kamertemperatuur.
- Voeg de boter in blokjes toe aan het eimengsel en klop tot een luchtige botercrème.
- Breng op kleur met de kleurstof tot een kersenrood geheel.
- Doe in een spuitzak en leg koel tot gebruik.
Kersenmousse
- Verwarm en pureer de kersen met een staafmixer. Zet even opzij.
- Klop de eiwitten met 10 gram van de suiker los.
- Verwarm het water met 90 gram suiker tot 120 graden.
- Schenk bij het opgeklopte eiwit.
- Klop koud tot kamertemperatuur.
- Verwarm de gelatine met aanhangend vocht tot het vloeibaar is.
- Giet, terwijl je blijft kloppen, bij het eiwitschuim.
- Klop de slagroom lobbig en zet koud.
- Voeg de kersenpuree en kersenlikeur toe aan het eiwitschuim.
- Spatel de slagroom er doorheen.
- Breng de mousse op kleur met de kleurstof.
- Doe de mousse in een spuitzak en leg koud tot gebruik.
Steel van de kersen
- Kneed de chocolade om de lasdraden.
- Maak verf door de kleurpoeder te mengen met de Kirsch.
- Schilder de stelen groen en bruin zoals het takje van een kers.
Opbouw
- Pak de vier halve bollen biscuit en de twee ronde ø 15 centimeter biscuits.
- Snijd eventueel donkere bovenkanten eraf zodat de kleur van de cake later mooi doorloopt.
- Snijd bij twee halve bollen het kapje van de bolling zodat de kers daar later op kan staan.
- Halveer de halve bollen en de ronde biscuits horizontaal.
- Bestrijk de helften rijk met trempeersiroop en verdeel er vervolgens een flinke laag kersengelei over.
- Leg de helften weer op elkaar. Je hebt nu weer 4 halve bollen en 2 ronde biscuits.
- Bepaal met een liniaal en cocktailprikker het midden van de ronde biscuits.
- Steek in het midden een cirkel van ø 4 centimeteruit beide biscuits. Hier komt straks de pit.
- Bepaal ook aan de platte kanten van de halve bollen het midden. Hol de cake op deze plekken een klein beetje uit met een meloenbolletjeslepel.
- Leg de halve bollen waarvan je de bolling hebt afgesneden met de bolle kant naar beneden op je werkblad.
- Bestrijk de platte kant met trempeersiroop en kersengelei.
- Pak je ronde biscuits en bestrijk 1 kant met trempeersiroop.
- Leg de ronde biscuits met de getrempeerde kant naar beneden op de bolle biscuits.
- Snijd de gaten in het midden eventueel een beetje bij.
- Smeer kersengelei aan de binnenwanden van de gemaakte gaten.
- Spuit kersenmousse in de gaten.
- Spuit ook kersenmousse in de uitgeholde halve bollen die je nog los hebt liggen.
- Laat opstijven in de vriezer.
- Trempeer nu ook de bovenkant van de ronde biscuits en besmeer ze met gelei.
- Trempeer de platte kant van de laatste twee losse halve bollen.
- Leg ze op de ronde biscuits. Nu heb je twee ‘ballen’.
- Snijd de ballen bij om de ronding eventueel te perfectioneren.
- Smeer de kersen dun af met botercrème en zet in de vriezer.
- Smeer de kersen dikker af en gebruik een vel acetaatfolie om glad af te strijken.
- Zet de kersen in de vriezer, de crème moet bevriezen.
- Controleer de temperatuur van de glazuur. Zorg dat hij rond de 30-35 graden is.
- Zet de kersen één voor één op een rooster boven een bakplaat.
- Giet eerst de licht rode glazuur en daarna de donkerrode glazuur over de kersen.
- Laat uitdruppelen en haal lelijke druppels weg met een mes.
- Zet beide kersen naast elkaar op de serveerplank.
- Steek de stelen voorzichtig in de kersen en maak ze aan de bovenkant aan elkaar vast.
Reageren
Je kunt op dit moment niet reageren.