Voorbereiding
- Verwarm de oven voor op 220˚C.
- Bekleed een bakplaat met bakpapier.
Amandelbiscuit en samenstellen
- Maak een amandelbiscuit door amandelpoeder en 2 eieren in een kom samen te kloppen. Blijf kloppen tot een wit en glad beslag.
- Draai ondertussen de eiwitten stijf met de suiker.
- Voeg als laatste het eiwit en bloem toe aan het beslag en klop tot een egaal geheel.
- Smeer het beslag uit over de bakplaat en bak in 8 minuten gaar in de warme oven.
- Klop de slagroom fluweelzacht in een keukenmachine of met een mixer.
- Haal het biscuit uit de oven en haal hem direct van de plaat af (maar niet van het bakpapier.)
- Snijd de bakrandjes er af zodat hij mooi recht wordt.
- Zeef er een dun laagje poedersuiker over heen.
- Draai de biscuit om en trek voorzichtig het bakpapier los.
- Schep jam op het biscuit en spreid uit tot een dun laagje.
- Schep wat slagroom op de jam en spreid uit tot een dunne laag.
- Druk een rand wat plat zodat je een dunne naad krijgt.
- Rol de biscuit op. Begin aan de kant waar je niet de rand hebt platgedrukt. Het is niet erg als de biscuit een beetje scheurt.
- Rol het marsepein uit tot de dikte van een 2 euromunt. Druk weer een rand wat aan zodat je hem mooi kunt inrollen en sluiten.
- Smeer een heel dun laag slagroom over de marsepeinen plak.
- Leg de biscuitrol er op en rol in. Zorg dat hij mooi dicht is bij de dunne naad.
- Snijd de uiteinden netjes.
- Snijd 8 kaarsen met een schuine bovenkant.
- Rol de witte fondant uit op een met poedersuiker bestoven werkbank.
- Steek 8 rondjes uit die iets groter zijn dan de cakejes.
- Snijd de randjes in met een mesjes om het druipende kaarsvet te modeleren.
- Kleur een klein beetje overgebleven marsepein zwart en rol er kleine lontjes van.
- Kleur de amandelen oranje en zet op het lontje als vlammetje.
Reageren
Je kunt op dit moment niet reageren.