Extra nodig
- Deegroller
- Kwastje
- Bakplaat, ingevet
Soezenbeslag
- Breng de melk met de boter en een snuf zout in een pan aan de kook.
- Zet de pan terug op het vuur. Laat het mengsel, al roerend, nog 1 à 2 minuten garen in de hete pan.
- Haal de pan van het vuur en laat het mengsel afkoelen (eventueel in een andere pan).
- Neem de pan weer van het vuur en voeg het ei toe; blijf goed roeren tot het ei helemaal is opgenomen.
- Laat afkoelen.
Gehaktvulling
- Meng alle ingrediënten door elkaar.
- Verdeel het gehaktmengsel in 4 gelijke delen en rol hiervan pillen van ca. 26 cm lang.
Gehaktstaaf
- Rol het bladerdeeg uit tot een lap van 30 x 48 cm en snijd deze vervolgens in banen van 30 x 12 cm.
- Leg een gehaktpil in de lengte op de rand van een baan bladerdeeg en rol hem secuur in het bladerdeeg; raak de sluiting zo min mogelijk aan. Herhaal met de andere gehaktpillen.
- Vouw het deeg aan de uiteinden van de staaf dicht: vouw eerst het onderste stukje naar boven. Vouw de zijkanten eroverheen en trek tot slot het bovenste stukje was uit. Vouw het naar beneden en stop het weg onder de gehaktstaaf.
- Leg de gehaktstaven op de bakplaat en zorg dat de lengtesluiting ongeveer 1 cm boven de bakplaat uitkomt (leg de sluiting dus níét onderop).
- Bestrijk de gehaktstaven met losgeklopt ei; zorg dat er geen druppels ontstaan. Laat 30 minuten rusten en bestrijk dan nogmaals met ei.
- Verwarm ondertussen de oven voor op 220 graden.
- Zet de oventemperatuur na het inschieten terug naar 200 graden en bak de gehaktstaaf ca. 25 minuten, tot hij goudbruin en gaar is. Als je hem doorsnijdt moet hij mooi vol gebakken zijn en geen grote ruimte boven de gehaktvulling vertonen.
Reageren
Je kunt op dit moment niet reageren.