De Esterházy is een klassieker uit de Hongaarse bakkeuken. Vernoemd naar een Hongaarse prins is dit luchtige lagentaartje perfect voor iedere bakker.
Voorbereiding voor de Esterhazy
- Verwarm de oven voor op 160 graden. Spreid de geschaafde amandelen op een bakplaat uit en rooster ze in zo’n 10 minuten goudbruin.
- Teken op 2 vellen bakpapier 5 cirkels met een diameter van 20 centimeter.
Extra nodig
- Ringvorm (diameter Ø 20 centimeter)
- Zwarte stift
- Vellen bakpapier
- Spuitzak
- Saté prikker
- Cornetje
Biscuit
- Zet de oven een tandje hoger op 170 graden.
- Klop de eiwitten met een snufje zout en de suiker tot het stevig pieken vormt.
- Meng het amandelmeel met 3 eetlepels maïzena en een mespunt (of theelepel, naar smaak) kaneel.
- Spatel het amandelmeelmengsel er doorheen.
- Stort in een spuitzak met een grote spuitmond en spuit het beslag op de getekende cirkels. Smeer nog even glad met een spatel.
- Bak de plakken op 170 graden in ongeveer 15 minuten gaar.
Botercrème
- Klop de boter zacht op.
- Verwarm de melk met de suiker, het vanillestokje en het merg.
- Maak een papje van 3 eierdooiers en de eetlepels custardpoeder, giet hier een beetje warme melk bij en meng goed door.
- Giet het eidooiermengsel vervolgens bij de melk in het pannetje en roer flink door tot het dik en romig is.
- Haal van het vuur en laat afkoelen in de koeling.
- Laat de boter rustig doorkloppen (dat kan wel tot een uur zonder problemen).
- Als de banketbakkerscrème is afgekoeld: haal het vanillestokje eruit en voeg al kloppend toe aan de aan de boter tot een mooie gladde luchtige crème.
Samenstellen van de Esterhazy
- Draai de afgekoelde biscuitlagen om zodat het bakpapier er makkelijker afgepeld kan worden.
- Steek de biscuitlagen uit met de ringvorm.
- Smeer nu per biscuitlaag een laag botercrème die ongeveer even dik is als het biscuit. Laat aan de zijkanten een het biscuit een paar millimeter vrij.
- Gebruik de twee halve biscuits (mits zo gebakken) in het midden van de taart.
- De bovenste laag behoeft geen botercrème.
- Let op, zorg ervoor dat er genoeg botercrème overblijft om de zijkanten van de taart te bestrijken. Zet in de koeling om op te stijven.
Garneren
- Verwarm de abrikozenjam met een scheutje rum.
- Draai de taart in z’n geheel om zodat de strakke kant boven komt te liggen.
- Smeer de bovenste laag af met de abrikozenjam.
- Smeer de botercrème langs de zijkanten af en strijk glad.
- Verwarm de fondant.
- Smelt de chocolade.
- Giet voorzichtig de witte fondant over de bovenste (met abrikozen bestreken) laag, vanuit het midden.
- Werk snel: gebruik een cornetje met de gesmolten chocolade om strepen aan te brengen. Strijk uit met een cocktailprikker om een spinnenweb motiefje te maken.
- Druk de geschaafde amandelen mooi dekkend tegen de zijkant.
Reageren
Je kunt op dit moment niet reageren.