Voorbereiding

• Verwarm de oven voor op 180˚C.
• Vet twee springvormen met een diameter van 22 centimeter in met boter. Bestuif met bloem en bekleed de bodem met bakpapier.
• Leg een groot stuk bakpapier klaar, eventueel op een bakplaat.
• Bekleed een bakring (diameter 21 centimeter) met acetaatband.
• Zet een grote schaal met koud water en een kom klaar.

Karamelsaus

• Verwarm suiker en boter in een steelpan op laag vuur onder constant roeren tot bruin.
• Voeg voorzichtig de slagroom toe. Blijf goed roeren met een garde tot een egale saus. Laat afkoelen.

Cake

• Klop cacao met het kokend hete water tot een dikke pasta.
• Doe cacaopasta samen met de overige ingrediënten in de keukenmachine.
• Meng de ingrediënten op middelhoge snelheid goed door, maar pas op voor over bewerken.
• Verdeel het beslag over de twee springvormen en bak in ongeveer 25 minuten gaar.
• Laat afkoelen op een taartrek.

Pralinéroom

• Doe amandelen, suiker en 3 eetlepels water in een steelpan. Verwarm op laag vuur en onder constant roeren tot de karamel donkerbruin kleurt.
• Giet karamel op het bakpapier en laat afkoelen. Hak vervolgens fijn in een keukenmachine.
• Klop slagroom en mascarpone stijf met een handmixer. Roer de fijngemalen praliné erdoor.

Samenstellen

• Snijd bananen in plakken. Doe in een beslagkom en besprenkel met het sap van een citroen. Hierdoor worden ze niet bruin.
• Zet de bakring op de serveerschaal.
• Leg een cake in de ring.
• Bestrijd de bovenkant van de cake met karamelsaus.
• Leg langs de hele rand van de vorm stukjes banaan met de snijkant tegen de acetaatband aan.
• Schep een laag pralinéroom op de karamelbodem. Verdeel de rest van de bananenstukjes door de room. Bedek met de rest van de pralinéroom en strijk glad.
• Leg de tweede cake op de room en druk goed aan.
• Laat eventueel koud worden in de koelkast.
• Verwijder de ring en de acetaatband.
• Bestrijk de bovenkant van de taart met karamelsaus.

Garnering

• Verwarm suiker en water in een steelpan tot 160˚C.
• Haal van het vuur en zet de pan in de schaal met koud water. Hierdoor stopt het kookproces direct en kleurt de karamel niet verder.
• Pak de tweede kom en zet deze op de werkbank.
• Schep met een lepel een beetje karamel uit de pan en ‘trek’ karameldraden tussen de randen van de grote kom. Herhaal met alle karamel. Vorm met de hand een nestje van de draden en decoreer de taart hiermee. Bestuif met wat poedersuiker.