Voorbereiding

• Verwarm de oven voor op 220˚C.
• Leg een Abrahamvorm klaar en bloem deze goed in voor gebruik. Of knip een vorm uit bakpapier.
• Bekleed een bakplaat met bakpapier.

Deeg en vulling

• Doe bloem, boter, suiker en zout en 1 ei in een mengkom en kneed tot een soepel deeg. Gebruik eventueel de handmixer.
• Was de appels en rasp ze fijn.
• Klop met een garde het tweede ei los in een schaaltje.
• Doe de amandelspijs in een keukenmachine en mix dit samen met de geraspte appel, het losgeklopte ei, hazelnoten en kaneel tot een gladde massa.
• Deel het deeg in twee gelijke delen. Rol een helft van het deeg uit tot de grootte van de Abrahamvorm en druk de vorm voorzichtig in het deeg. Of snijd de vorm uit het deeg met behulp van de papierenvorm.
• Leg de pop op de bakplaat.
• Schep het amandelspijsmengsel uit de keukenmachine en verdeel dit over het deeg. Laat ongeveer 0.5 centimeter vrij aan de zijkant.
• Rol de tweede helft van het deeg uit en leg dit over het amandelmengsel heen. Druk de randjes goed om de pop te sluiten.
• Laat de pop 30 minuten rusten in de koelkast.
• Bak de pop in 15 tot 20 minuten gaar in de oven tot hij goudbruin is.
• Laat afkoelen op een rooster.

Garnering

• Maak de botercrème door roomboter, crisco (gebruik eventueel 50 gram roomboter) en poedersuiker in de keukenmachine op hoge snelheid te mixen tot een gladde crème.
• Snijd het vanillestokje doormidden en schraap met een scherp mesje het merg er uit. Voeg dit toe aan de botercrème en roer goed door. Doe de botercrème in een spuitzak met kleine spuitmond.
• Smelt de chocolade au bain-marie. Giet dit in een tweede spuitzak met kleine spuitmond.
• Zodra de pop volledig afgekoeld is, versier hem met de botercrème en chocolade. Maak af met de hazelnoten.