Waar komt het vandaan?
Tegenwoordig wordt limoncello op verschillende zonnige plekken gemaakt, zelf in Californië. Maar voor de oorsprong moeten we toch echt in Europa zijn, namelijk in het zuiden van Italië. Traditioneel werd het alcoholische drankje gemaakt met citroenen uit Sorrento, een plaats dichtbij de golf van Napels.
Hoe drink je limoncello?
Limoncello is het lekkerste wanneer je het heel koud drinkt. Er zijn daarom mensen die het drankje in de vriezer bewaren. Je kunt het zo puur drinken, maar ook vermengen met andere lekkere drankjes zoals prosecco.
Hoe maak je het?
Dit heb je nodig:
- 5 citroenen
- 200 gram suiker
- 330 milliliter alcohol
- Een halve liter mineraalwater
Zo maak je het:
- Maak de citroenen heel goed schoon en zorg dat ze onbespoten zijn.
- Schil de gele schil van de citroenen. Het liefst zo dun mogelijk.
- Doe ze samen met de alcohol in een weckpot en zet die voor een paar weken op een donkere plek die niet warm is. Schut de pot af en toe heen en weer.
- Gooi het citroensap en het vruchtvlees niet weg maar maak er bijvoorbeeld dit romige toetje van.
- Hoera! Na 4 weken geduld is het tijd om de limoncello te maken!
- Breng het mineraalwater met de suiker aan de kook in een pannetje en roer tot de suiker helemaal is opgelost.
- Zeef dan het alcoholcitroenmengsel door een zeef en voeg dat toe aan het suikerwater.
- Even roeren en tadaa: daar is je limoncello. Nog even koud laten worden in de vriezer en je hebt een heerlijk koel drankje voor een warme, zomerse dag.
Het leuke is dat je limoncello ook goed kunt verwerken in je baksels. We zetten een aantal recepten op een rijtje.
Reageren
Je kunt op dit moment niet reageren.