Waar komen matzes vandaan?

Matzes hebben een Bijbelse oorsprong. De Joden maakten de matzes eigenlijk uit nood toen ze op weg waren naar het Beloofde land (de uittocht van Egypte). Omdat er geen tijd was om brood te bakken, maakten ze de matzes alleen van water en meel. Ze worden gegeten bij Pesach, een Joodse feestdag waarin de bevrijding van het Joodse volk wordt gevierd. Maar ook bij de Christelijke feestdag Pasen, waarin de opstanding van Jezus gevierd wordt.

Hoe maak je matzes?

Matzes hebben door hun oorsprong heel weinig ingrediënten (die je waarschijnlijk zelfs al standaard in huis hebt). Bloem én water. Je kunt het deeg uitrollen met een deegroller, maar mocht je een pastamachine in huis hebben, dan kun je die ook gebruiken. Daarmee maak je de matzes nóg dunner.

Ingrediënten

• 140 gram water
• 250 gram bloem

Zo maak je het

• Verwarm de oven voor op 240 graden.
• Maak een deeg van het water en de bloem en kneed het goed door.
• Leeg het afgedekt of ingepakt in folie in de koelkast voor een half uur.
• En dan is het tijd om ze uit te rollen.
• Bestrijk je werkblad met meel, verdeel het deeg in kleine bolletjes en rol het zo dun mogelijk uit.
• Wil je het deeg nóg dunner maken? Probeer dan het deeg door de pastamachine te halen.
• Leg ze op de beklede bakplaat en prik er gaatjes in.
• Bak ze in de oven af voor ongeveer +/- 10 minuten. Houd ze goed in de gaten!
• Trekken ze krom? Leg er dan eventueel tijdens het bakken nog een andere bakplaat op.
• En dan is het smullen maar!

Met een twist

Dit jaar geen matzes met boter en basterdsuiker? Je kunt de crackers ook beleggen met heel veel andere lekkere ingrediënten. Bijvoorbeeld een hartige variant met zalm en avocado. Of toch een zoete versie met slagroom en vers fruit. Ze smaken ook heel lekker met tuinkers.

Ook lekker voor Pasen:

Bakken voor de paasbrunch: 13 recepten