Alleen al voor de geur uit de oven zou je al aan de slag gaan met het bakken van koekjes. Maar het maken van het perfecte koekje kan nog best een uitdaging zijn. Met deze tips ga je goed voorbereid aan de (koek)bak.
1. Het juiste recept
Wil je graag dat jouw koekjes hun vorm behouden? Gebruik dan een recept waarbij het deeg in de oven niet veel uitloopt. Spritsen zijn heel lekker, maar het deeg is minder geschikt voor uitsteekvormpjes. Gebruik dit recept voor koekjes die je wilt bakken in een leuke vorm. En ze blijven mooi in de oven:
2. In de koelkast
Laat je koekjesdeeg goed rusten in de koelkast, nadat je het gekneed hebt. Gelukkig staat dat ook vaak aangegeven in het recept. Hierdoor wordt de boter weer wat harder, waardoor je koekjes in de oven minder uitlopen.
3. Te droog of te plakkerig?
Is je deeg heel plakkerig of juist heel droog? Dat kun je op verschillende manieren oplossen. Bij een plakkerig deeg voeg je voorzichtig wat meel toe – niet meteen teveel, dan kan het juist weer te droog worden. Is je deeg te droog? Kneed heel erg goed, of voeg een klein beetje boter toe.
4. Rollen maar!
Plakt het deeg aan je roller vast tijdens het uitrollen? Strooi er dan wat meel op of leg het deeg tussen bakpapier. Dan gaat het een stuk makkelijker!
5. Te harde koekjes
Soms lijken je koekjes helemaal goed, maar breken je tanden bijna af wanneer je een hapt neemt… Dat wil je natuurlijk niet. Houd de koekjes goed in de gaten wanneer ze in de oven zitten. Haal ze eruit wanneer de randjes lichtbruin verkleurd zijn. Ze zijn dan nog zacht (wat ook heel lekker kan zijn) en worden vanzelf wat harder.
Koekjescollege van Robèrt
Elk koekje kent zijn eigen deeg met de daarbij behorende werkwijze. Wat is nou precies het verschil? En welk deeg gebruik je voor welk koekje? Robèrt legt het uit in zijn koekjescollege!
Reageren
Je kunt op dit moment niet reageren.