Finalist Jan over zijn deelname

Jan is positief en goedlachs. Als kind bakte hij graag met zijn moeder en droomde hij van een carrière als bakker. Helaas gooide bakkersallergie roet in het eten. Nu bakt hij als hobby, regelmatig samen met zijn dochter. Jan schopt het tot de finale van seizoen 10. “Ik heb een waanzinnige tijd gehad in de tent en genoot van elk weekend”. Zijn deelname aan seizoen 10 rondt Jan af met antwoorden op 10 vragen.

1. Omschrijf jezelf als bakker in 10 woorden.

“Ik bak degelijk en traditioneel, maar bovenal lekker! Kreeg ik commentaar in de tent, dan was dat over het uiterlijk van het baksel. De smaak was over het algemeen goed. Verder ben ik ook een nette en schone bakker. Ik werk in de bouw en daar is het belangrijk om netjes te werken. Bakken en de bouw hebben meer overeenkomsten dan je misschien zou denken.”

2. Van welk baksel werd je als kind heel blij?

“De appeltaart van mijn moeder, met appels uit onze eigen tuin. Daar heb ik goede herinneringen aan. Mijn familie woont in Hattem, ik woon samen met mijn gezin in Zwolle.”

3. Waar haal je je bakinspiratie vandaan?

“Ik heb een hele creatieve vrouw. Die helpt me met decoreren, daar ben ik niet goed in. Ik ben daar soms een beetje te lomp mee, en ik val heel vaak terug op symmetrisch. Dat deed ik dan ook als ik in tijdnood kwam in de tent, ik had het thuis vaak anders bedacht.”

4. Wat bak je voor een feestje?

Eclairs vind ik erg leuk om te maken en vooral erg lekker om te eten. Of een citroen merengue taartje. Ik heb een zoontje van 7 en een dochter van 4, die zijn gek op macarons, die maak ik ook wel eens voor ze.

5. Hoe heb je je deelname ervaren?

“Ik heb een waanzinnige tijd gehad in de tent, ik ben het vaakst van alle deelnemers Meesterbakker geworden. Helaas heb ik niet gewonnen, maar elke aflevering waarin ik mocht blijven, was meegenomen. Ik genoot van elk weekend en bleef rustig, liet me de kop niet gek maken en was de rust zelve. Ik heb hele lieve mensen leren kennen. En omdat ik vaak ruim op tijd mijn spullen af had, heb ik veel mensen kunnen helpen. Alleen in de finale op de laatste dag heb ik enorme steken laten vallen. Op een gegeven moment wist ik gewoon niet meer wat ik aan het doen was, ik denk dat het een black-out was. Het was natuurlijk ook een enorm drukke periode. Ik heb niet gewonnen, maar dat vond ik niet erg. Ik heb enorm veel plezier gehad, veel geleerd en veel bereikt.”

6. Wat er ging er super goed in de tent?

“Eigenlijk ging alles best goed. De eerste dag was ik wel zenuwachtig. Het was alsof je gaat trouwen: het wordt een mooie en spannende dag en je weet niet wat er gaat gebeuren.”

7. Wat heb je geleerd in de tent?

Heel veel. Hoe je in korte tijd een taart in elkaar kunt zetten bijvoorbeeld. En jezelf uitdagen, je grenzen opzoeken en niet de makkelijke weg kiezen.

8. Welk baksel van jezelf geef je een dikke 10?

Mijn Oud Hollandse tegeltaart, uit aflevering 1. Daar ben ik Meesterbakker mee geworden. Maar ik denk ook meteen aan mijn kerstrol, de boomstronk. Die was erg lekker!

9. Welke opdracht heb je in je hoofd al 10 keer overgedaan?

De chiffon cake, die moet heel luchtig zijn. Bij het oefenen zakte hij thuis steeds in, en hij plakte steeds vast aan de rand. Een cake met haken en ogen. Uiteindelijk is hij in de tent goed gelukt. En natuurlijk de soesjes die niet op de finaletaart stonden. Daar denk ik nog nog vaak aan.

10. Waar zie jij jezelf over 10 jaar?

Nu het programma is geëindigd denk ik daarover na. Ik heb leuk werk, maar het is natuurlijk ook erg zwaar. Als er iets op mijn pad komt zal ik daar zeker over na gaan denken. Workshops geven of iets dergelijks lijkt mij ook heel erg leuk.