9 tips voor de perfecte appeltaart
Wie is er niet dol op een echte klassieke appeltaart? Als het aan ons ligt heeft elke zelf respecterende (thuis)bakker een variant in zijn/haar repertoire. Hoewel de appeltaart in Nederland op zo’n beetje elke hoek van de straat te koop is, is het toch helemaal niet zo’n heel eenvoudige taart om te maken. Te dikke deegranden, een vochtige onderkant die niet gaar wordt, of te zachte appels als vulling. Hoe maak je de perfecte klassieke appeltaart? We geven je onze beste tips.
Tip 1: Kies de juiste appel
De een zweert bij Jonagolds, terwijl de ander zijn appeltaart áltijd met Goudreinetten maakt. Er is niet 1 appel de allerbeste appel voor appeltaart. Want zoveel mensen, zoveel wensen. En bij het ene recept past de ene appel nou eenmaal beter dan de andere. Wel is het in alle gevallen lekker als je appeltaart friszuur van smaak is en een beetje bite heeft. Een appel die zijn vorm behoudt is daarom geschikter dan een appel die makkelijk tot moes kookt.
- Jonagold is een prachtige stevige appel voor appeltaart, maar soms wat lafjes van smaak.
- Elstar is een heerlijke friszure appel, die iets sneller zacht wordt.
- Goudreinet behoudt tijdens het bakken redelijk goed zijn vorm, maar is ook prima tot moes te koken. Hij is heerlijk friszuur van smaak.
Tip: Gebruik een mix van appels, zo heb je een perfecte mix van smaak en stevigheid.
Tip 2: 1-2-3 deeg
De klassieke Hollandse appeltaart bak je van een kruimeldeeg, zoals harde wener-, fonceer- of zanddeeg. Harde wener, ook wel 1-2-3-deeg genoemd is de krokantste en meest brosse van de drie. Je maakt het traditioneel van Zeeuwse bloem, wat zorgt voor meer brosheid. Het recept voor harde wener is makkelijk te onthouden: 1 deel suiker, 2 delen boter en 3 delen bloem.
Wil je een zoeter, iets bruiner deeg? Voeg dan wat meer suiker toe. Dat zorgt voor karamelisatie tijdens het bakken, waardoor het deeg mooi bruin wordt. Wil je jouw deeg wat meer smaak geven, vervang de suiker dan eens door lichtbruine basterdsuiker. Of voeg een theelepel kaneel of wat citroenrasp toe.
Tip 3: Isolatielaag
Misschien wel het lastigste deel van de appeltaart is de bodem. De appelvulling is erg vochtig. Zodra je jouw appeltaart gaat bakken, lekt het vocht uit de appels en in de bodem. Resultaat: een zompige bodem die niet gaar is. Gelukkig kun je dit makkelijk oplossen met een trucje dat ook nog eens heel lekker is. Als je een isolatielaagje op je deegbodem aanbrengt, wordt het vocht daar in getrokken en kan je deeg mooi krokant en gaar bakken. Je kunt hier paneermeel of verkruimeld beschuit voor gebruiken. Maar nog lekkerder is een isolatielaag van bijvoorbeeld custard, amandel frangipane, verkruimelde cake of speculaasjes.
Tip 4: Werk koud
Een kruimeldeeg bevat relatief veel boter. Als je jouw deeg gemakkelijk wilt verwerken en mooi strak in de bakvorm wilt leggen, is het belangrijk om koud te werken. Koude boter zorgt namelijk voor een stevig deeg dat niet plakt. Laat je geknede deeg bovendien een half uurtje in de koelkast rusten, nadat je het hebt gemaakt. Dit zorgt ervoor dat de gluten ontspannen en dat resulteert weer in een knapperig deeg.
Tip 5: Genoeg deeg
Zorg ervoor dat je genoeg deeg maakt. Niks vervelender dan dat je deeg tekort komt voor de mooi gevlochten bovenkant die je voor ogen had. Maak de zijkanten en bodem van je taart niet te dik, want dan wordt het eten van jouw appeltaart opeens een pittige kluif.
Houd je deeg over? Geen probleem! Rol er kleine bolletjes van, druk ze een beetje plat en bak ze af als koekjes.
Tip 6: Eigen signatuur
Het is natuurlijk het allerleukst als jouw appeltaart niet een standaard appeltaart is, maar eentje met een speciale twist. Geef hem je eigen signatuur. Jouw specialiteit. Iets waardoor mensen je vragen of je alsje-alsjeblieft nog een keer jouw appeltaart wilt bakken.
Qua smaak kun je alle kanten op, dus dat is leuk! Voeg bijvoorbeeld geroosterde noten toe, maak een crumble voor bovenop, varieer met je isolatielaag, voeg smaakmakers als kaneel, speculaaskruiden, kardemom of steranijs toe, voeg wat rozijnen en krenten toe die je weekt in je favoriete likeur. De mogelijkheden zijn eindeloos, dus experimenteer er lustig op los.
Tip 7: Ovensteen
Een leuke tip voor de liefhebber is het gebruik van een ovensteen. Deze zorgt voor een gelijkmatige verdeling van de warmte en gaart je deegbodem, nog voordat het vocht uit de appels gaat lekken. Leg de ovensteen op een rooster in de oven als je hem voorverwarmt en zet de bakvorm er bovenop als je gaat afbakken. Als je geen ovensteen hebt, kun je ook gewoon een stoeptegel gebruiken. Maar, de ovensteen is geen must. Ook zonder kun je prima een lekkere appeltaart bakken.
Tip 8: Oventemperatuur
In alle gevallen is de temperatuur van je oven bepalend voor het eindresultaat van je baksel. Een te hoge oventemperatuur bij het bakken van appeltaart, kan ervoor zorgen dat je deeg erg droog wordt. Dat willen we natuurlijk niet! Bak je taart daarom niet warmer dan 180 graden. Als je taart nog niet gaar is, laat hem dan langer in de oven maar verhoog de temperatuur niet.
Tip 9: Shine, shine, baby!
Een mooie glanzende bovenkant is de finishing touch van je taart! Daarvoor kun je hem voor het bakken bestrijken met wat losgeklopt ei. Wil je wat extra shine? Strijk je afgebakken taart dan af met warme abrikozenjam. Super lekker en heel erg mooi!
Appeltaart bakken
Met deze 9 tips kan je appeltaart bijna niet meer mislukken. Heb jij een prachtig exemplaar uit de oven getoverd? Deel een foto met ons via #HHB en #HeelHollandBakt.
En zoek je appeltaart inspiratie? Ga aan de bak met 1 van deze recepten!
Klassieke appeltaart Appeltaart met amandelspijs Appeltaart met notendeeg
Reageren
Je kunt op dit moment niet reageren.